De mitralisklep is een van de vier hartkleppen. Deze klep bevindt zich tussen de linkerboezem (het linkeratrium) en de linkerkamer (de linkerventrikel). De functie van de klep is ervoor te zorgen dat het bloed alleen vanuit de rechterboezem naar de rechterkamer kan stromen en niet andersom.
Bij een lekkende klep spreekt men van insufficiëntie en bij een vernauwde klep van stenose. Een combinatie van beide is ook mogelijk.
Zowel bij een vernauwde als bij een lekkende mitralisklep krijgt de linker harthelft moeite om het bloed rond te pompen. Er hoopt zich bloed op in de bloedvaten van de longen, waardoor klachten van kortademigheid (dyspneu) kunnen optreden. Andere klachten zijn:
Wanneer het hart als gevolg van de hartklepaandoening moeite krijgt met pompen, kan hartfalen ontstaan.
Mitralisklepstenose is meestal het gevolg van acuut reuma. In zeer zeldzame gevallen kan de aandoening aangeboren zijn. Soms ontstaat de stenose door veroudering van de klep, waarbij deze stug en hard wordt.
Behandeling is niet altijd nodig. Bij milde klepafwijkingen met weinig klachten is wel regelmatige controle noodzakelijk.
Eerst stelt de cardioloog vast hoe ernstig de aandoening is, of behandeling nodig is en op welke termijn.
Afhankelijk van de ernst van de afwijking zijn de behandelmogelijkheden: